Blauw


de kleur is van de wind
van onder ‘t jonge ijs
beroert het tere dunne vlies
veranderd in een

grijze vingers raken aan
de aller onderkant
scherven vallen krakend in het
onderwater

zand verstrooit het doffe licht
en zweeft er als een geest
het duwt het zwart uitzicht
nooit als een geheel

geweest is wat er nooit meer komt
verandert uur na uur
in een toon vermomt
met de warmte van a-

zuur gaat samen met het zoet
de warmte na de kou
zie ik de zonnegloed
en het strand in stralend

blauw

refr.

het blauw van nou
het blauw van au
het blauw van nooit gekregen hebben wou
dat diepe warme pauwen-blauw
spiegelt in de ochtenddauw

blauw van de kou
van snel en gouw
een blik met stoere sterke stralen blauw
met alles waar ik op vertrouw
zie ik als ik kijk naar jou


Dave Walsh

Dave Walsh