(Norwegian wood, the Beatles)
ik had eens een lief,
was het misschien wel andersom.
zij nam me dus mee,
huisje aan zee, planken okee.
Ze vroeg me te blijven,
d’r staat nog wel ergens een stoel.
Maar waar ik ook keek,
niets wat er op leek, kale boel.
Ik zat op een kleed, keek naar de klok,
nam nog een slok.
‘t Was toch tegen twee,
toen ze me zei kruip er maar bij.
Ze zei me heel vroeg te gaan werken,
met een lach om de mond.
Ik zei haar, ik niet,
en stond op en sliep op de grond.
Toen de dag begon, was ik alleen,
liefje verdween.
Dus maakte ik vuur,
huisje aan zee, planken okee.
Dus maakte ik vuur,
huisje aan zee, planken okee.