De knoesten stronk pronkt trots en fier
gestaakt door hoop beloofd
wachtend op het rovend dier
de grond haar vacht beroofd
de grond die kraakt en scheurt en ploegt
en door de zon verbrand
waarop de zaaier zwoegt
door zorgen overmand
hij kent het pad dat kronkelend
het veld aan flarden slaat
onder de boom vindt hij zijn lief
het mooiste dat bestaat
de grond die gromt, het land dat huilt
de prijs wordt snel vermaalt
in zakken staat de rijke oogst
door zaad en zand betaald
dan komt de tijd het koren hoog,
wind kou voor
hoog in de lucht de regenboog
gaat maar door
de kruin is groen en vol van hoop
als in een droom
als baken deze plek beschermt
je schuilplaats is de boom
houten armen vlaggen naar het land
schaduwen een wilde dans
de wind die duwt en trekt constant
zijn wortels roerloos in balans
seizoenen gaan en draaien om elkaar
de tijd die heet hier dag en nacht
volgen de vorige, jaar op jaar
zijn regelmaat, zijn grote kracht
de kruin is groen en vol van hoop
als in een oude droom
als baken deze plek beschermt
je schuilplaats is de boom